Na de titel is de inleiding het belangrijkste deel van elke tekst. De inleiding bepaalt of een lezer je tekst gaat lezen en schept verwachtingen, die je dus moet waarmaken. Maar hoe schrijf je een goede inleiding? Wat moet je concreet doen om een optimale inleiding te krijgen?
Inleidingen en titels zijn de reden dat veel tekstschrijvers geen tarief per woord, maar een uurtarief hanteren. Over een inleiding van vijftig woorden kun je zo een kwartier tot een half uur doen. Hetzelfde geldt voor een titel van acht woorden. Het zijn bovendien stukjes tekst die een goede tekstschrijver doorgaans meerdere keren aanpast en telkens herziet, totdat het eindresultaat op papier staat.
Dat is niet voor niets. Goede inleidingen maken het verschil. Ze zorgen ervoor dat je je lezer binnenhaalt en warm maakt om de rest van de tekst te lezen. Met de titel heb je de aandacht getrokken en de klik – als het digitale tekst betreft – binnengehaald. Nu is het zaak om je lezer zover te krijgen de hele tekst te consumeren. Maar hoe doe je dat?
Iedere tekst heeft een onderwerp, een doelgroep en een doel. Dat die drie zaken uit de inleiding blijken – al dan niet impliciet – is meer dan logisch. Dat betekent niet dat je concreet je doelgroep of het doel van je tekst moet benoemen, maar aan je lezers moet je wel helder maken waar je tekst over gaat en wat je als lezer kunt verwachten.
In een goede inleiding doe je echter wat meer dan dat. Je wilt je lezer immers binnenhengelen en overtuigen de hele tekst uit te lezen. Dat wil je doen door zijn interesse te prikkelen en iets aan te bieden dat erom vraagt om verder te lezen. Je wilt nieuwsgierigheid kweken.
Dat alles maakt het niet zo eenvoudig om een goede inleiding te schrijven, zeker niet in één keer. Maar hoe ga je dan te werk bij het schrijven van een goede inleiding? Daarvoor kun je drie tips toepassen.
We zijn geneigd een tekst chronologisch te schrijven: beginnen bij de titel en eindigen bij de conclusie. Voor eenvoudige teksten werkt dat vaak ook wel. Maar dikwijls heb je, wanneer je begint met schrijven, nog niet helemaal scherp hoe je tekst straks is opgebouwd. Daarom werkt het veel beter om je inleiding niet als eerste, maar als laatste te schrijven.
Schrijf eerst je hele tekst. Vergeet de inleiding daarbij nog even. Begin gewoon met je verhaal en maak het helemaal af. Ga tot slot terug naar het begin van de tekst: welke inleiding zou je hier nu voor kunnen zetten, die maakt dat mensen deze tekst gaan lezen? Omdat je nu de hele tekst verder al voltooid hebt, zul je merken dat het schrijven van die inleiding veel gemakkelijker gaat. Je zit niet meer minutenlang naar een wit scherm te staren. Dat komt doordat het verhaal nu helder in je hoofd zit – sterker nog: het staat op papier! – en dat maakt dat je er veel makkelijker een passende inleiding bij kunt schrijven.
In de meeste teksten beantwoord je een vraag of onderbouw je een mening of inzicht. Die vraag concreet stellen, of een boude bewering doen, helpt enorm om je inleiding prikkelend en interessant te maken. Ook als dat statement niet eens het hoofdonderwerp van je tekst is.
Stel: je schrijft een tekst over hoe fokprogramma’s voor beschermde diersoorten werken. Een prikkelend statement zou dan bijvoorbeeld kunnen zijn: “Diersoort X is ernstig bedreigd: wereldwijd is 99 procent van de populatie inmiddels verdwenen.” Dat heeft op zichzelf nog niets met de inhoud van zo’n fokprogramma te maken, maar het is een duidelijk statement dat vraagt om doorlezen.
Zoek dus naar iets dat je kunt neerzetten of vragen in je inleiding, dat maakt dat een lezer besluit: deze tekst ga ik uitlezen. Zie je de concrete vragen die ik zelf in de inleiding van deze tekst gesteld heb?
Je tekst is natuurlijk ontzettend interessant geworden en zit boordevol waardevolle inzichten. Lekker bezig! En al die inzichten wil je alvast een beetje kietelen in de inleiding… toch? Nee, zo werkt het helaas niet.
Korte inleidingen werken goed. Kortere werken beter, en kortste werken het best. Dwing jezelf om je inleidingen in te korten en zo bondig mogelijk te maken. Haal bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden weg. Schrijf actief in plaats van passief. Verwijs nog niet naar bronnen en wees niet te genuanceerd – dat kan later nog wel. Heb je vijf zinnen inleiding op papier staan? Probeer het naar drie à vier terug te snoeien.
Een bonustip in dit verlengde: in veel digitale content lees je verbindingszinnetjes als: “Hoe dat precies zit, lees je in dit artikel.” Een enorme dooddoener: uiteraard lees je dat in dit artikel, want anders stond het niet op mijn beeldscherm. Haal dat soort zinnetjes dus sowieso weg – ook als je ze om SEO-redenen hebt gebruikt. Stel in plaats daarvan een interessante vraag, of eindig gewoon met de zin die ervoor stond. Je zult zien dat je ingekorte inleiding direct scherper aanvoelt.
Op zoek naar meer schrijftips? Stuur me gerust een berichtje!
"Ik werk sinds een aantal jaren samen met Martijn. Eerst voor de online content voor de website, nu ook als mijn eigen ghostwriter en voor klanten als Emerce en 53 Graden Noord. Deadlines worden gehaald, onderlinge afstemming gaat soepel en feedback neemt hij ter harte.
Kroese Tekst & Taal is een betrouwbare partij die ik warm aanbeveel."
- Thomas Lapperre, eigenaar van marketingbureau Bloeise
"Ik merkte gelijk dat Martijn een uniek gevoel heeft voor tekst. Hij voelde na één korte introductie feilloos aan hoe wij als merk met onze klanten en kijkers willen communiceren. Verder is het ook gewoon heel prettig om met Martijn samen te werken. Hij ontlast je niet alleen, maar denkt met je mee en draagt ook echt actief bij. Precies waar we naar op zoek waren."
- Colea Weis, Head of Marketing bij Comedy Central NL
Bedankt voor uw inschrijving!
Oei, daar is iets verkeerd gegaan!
Probeer het nogmaals.
Alle rechten voorbehouden | Kroese Tekst & Taal